< Psalmen 82 >
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
1)Een psalm1) van Asaf. God staat2) in de3) vergadering Godes; Hij4) oordeelt in het5) midden der goden;
2)Hoe lang zult gijlieden onrecht oordelen, en het aangezicht7) der goddelozen aannemen? Sela.6)
3)Doet recht den arme en den wees; rechtvaardigt9) den verdrukte en den arme.8)
4)Verlost den arme en den behoeftige, rukt hem uit der goddelozen10) hand.
5)Zij weten11) niet, en verstaan niet; zij wandelen12) steeds in duisternis; dies13) wankelen alle fondamenten der aarde.
6)Ik heb wel14) gezegd: Gij zijt goden; en gij zijt allen kinderen des Allerhoogsten;
7)Nochtans15) zult gij sterven als een mens; en als een van de17) vorsten zult gij vallen.18)
8)Sta op, o God! oordeel19) het aardrijk, want Gij bezit20) alle natien.