< Psalmen 48 >
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
1)Een lied,1) een psalm, voor de kinderen2) van Korach.3)4)
2)De HEERE is groot en zeer te prijzen, in de stad onzes Gods, op den berg Zijner heiligheid.
3)Schoon van gelegenheid,5) een vreugde der ganse6) aarde is de berg Sion, aan de zijden van het noorden;7) de stad des groten Konings.8)
4)God is in haar paleizen;9) Hij is er bekend voor een Hoog Vertrek.
5)Want ziet, de koningen10) waren vergaderd; zij waren te zamen doorgetogen.
6)Gelijk11) zij het zagen, alzo waren zij verwonderd; zij werden verschrikt, zij haastten weg.
7)Beving greep hen aldaar aan, smart als van een barende vrouw.
8)Met12) een oostenwind verbreekt Gij de schepen van Tharsis.13)
9)Gelijk wij gehoord hadden, alzo hebben wij gezien in de stad des HEEREN der heirscharen,14) in de stad onzes Gods; God zal haar bevestigen tot in eeuwigheid.15) Sela.16)
10)O God! wij gedenken17) Uwer weldadigheid, in het midden Uws tempels.18)
11)Gelijk Uw Naam19) is, o God! alzo is Uw roem tot aan de einden der aarde; Uw rechterhand is vol van gerechtigheid.20)
12)Laat de berg21) Sion blijde zijn; laat de dochteren22) van Juda zich verheugen, om Uwer oordelen23) wil.
13)Gaat rondom Sion, en omringt haar; telt24) haar torens;
14)Zet25) uw hart op haar vesting; beschouwt26) onderscheidenlijk haar paleizen, opdat gij het aan het navolgende27) geslacht vertelt.
15)Want deze God is onze28) God eeuwiglijk en altoos; Hij zal ons geleiden29) tot30) den dood toe.