|
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
51
52
53
54
55
56
57
58
59
60
61
62
63
64
65
66
67
68
69
70
71
72
73
74
75
76
77
78
79
80
81
82
83
84
85
86
87
88
89
90
91
92
93
94
95
96
97
98
99
100
101
102
103
104
105
106
107
108
109
110
111
112
113
114
115
116
117
118
119
120
121
122
123
124
125
126
127
128
129
130
131
132
133
134
135
136
137
138
139
140
141
142
143
144
145
146
147
148
149
150
|
1) | Hallelujah! O mijn ziel!1) prijs den HEERE. |
2) | Ik zal den HEERE prijzen in mijn leven; ik zal mijn God psalmzingen, terwijl ik nog ben. |
3) | Vertrouwt niet op prinsen, op des mensen kind, bij hetwelk geen heil is. |
4) | Zijn2) geest gaat uit,3) hij keert wederom4) tot zijn aarde;5) te dienzelfden dage vergaan zijn6) aanslagen.7) |
5) | Welgelukzalig is hij, die den God Jakobs tot zijn Hulp heeft, wiens verwachting op den HEERE, zijn God is; |
6) | Die den hemel en de aarde gemaakt heeft, de zee en al wat in dezelve is; Die trouwe houdt in der eeuwigheid. |
7) | Die den verdrukte recht doet, Die den hongerige brood geeft; de HEERE maakt de gevangenen los.8) |
8) | De HEERE opent de9) ogen der blinden; de HEERE richt de gebogenen op; de HEERE heeft de rechtvaardigen lief.10) |
9) | De HEERE bewaart de vreemdelingen; Hij houdt den wees en de weduwe staande; maar der goddelozen weg11) keert Hij om.12) |
10) | De HEERE zal in eeuwigheid regeren; uw God, o Sion! is13) van geslacht tot geslacht. Hallelujah!14) |