< Psalmen 63 >
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31 32 33 34 35 36 37 38 39 40 41 42 43 44 45 46 47 48 49 50 51 52 53 54 55 56 57 58 59 60 61 62 63 64 65 66 67 68 69 70 71 72 73 74 75 76 77 78 79 80 81 82 83 84 85 86 87 88 89 90 91 92 93 94 95 96 97 98 99 100 101 102 103 104 105 106 107 108 109 110 111 112 113 114 115 116 117 118 119 120 121 122 123 124 125 126 127 128 129 130 131 132 133 134 135 136 137 138 139 140 141 142 143 144 145 146 147 148 149 150
1)Een psalm van David, als hij was in de woestijn van Juda.1)2)3)4)5)6)7)
2)O God! Gij zijt mijn God! ik zoek U in den dageraad; mijn ziel dorst naar U; mijn vlees verlangt naar U, in een land, dor en mat, zonder water.
3)Voorwaar, ik heb U in het heiligdom8) aanschouwd, ziende9) Uw sterkheid en Uw eer;
4)Want Uw goedertierenheid is beter dan het leven; mijn lippen zouden10) U prijzen.
5)Alzo zou ik U loven11) in mijn leven;12) in Uw Naam zou ik mijn handen13) opheffen.
6)Mijn ziel zou als met smeer en vettigheid verzadigd14) worden, en mijn mond zou roemen met vrolijk15) zingende lippen.
7)Als ik Uwer gedenk op mijn legerstede, zo peins ik aan U in de nachtwaken.16)
8)Want Gij zijt mij een hulp17) geweest; en in de schaduw18) Uwer vleugelen zal ik vrolijk zingen.
9)Mijn ziel kleeft U achteraan;19) Uw rechterhand ondersteunt mij.
10)Maar dezen, die mijn ziel20) zoeken tot verwoesting, zullen komen in de onderste21) plaatsen der aarde.
11)Men zal hen22) storten23) door het geweld24) des zwaards; zij zullen de vossen25) ten deel worden.
12)Maar de koning26) zal zich in God verblijden; een iegelijk, die bij Hem27) zweert, zal zich beroemen; want de mond der leugensprekers28) zal gestopt worden.