< Spreuken 16 >
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21 22 23 24 25 26 27 28 29 30 31
1)De mens heeft schikkingen1) des harten; maar het antwoord2) der tong is van den HEERE.3)
2)Alle wegen4) des mans zijn zuiver in zijn ogen;5) maar de HEERE weegt6) de geesten.7)
3)Wentel8) uw werken op den HEERE, en uw gedachten9) zullen bevestigd worden.
4)De HEERE heeft alles gewrocht om Zijns Zelfs wil;10) ja, ook den goddeloze tot den dag des kwaads.11)
5)Al wie hoog is12) van hart, is den HEERE13) een gruwel; hand aan hand,14) zal hij niet onschuldig zijn.
6)Door goedertierenheid15) en trouw wordt de misdaad verzoend; en door de vreze des HEEREN wijkt men af van het kwade.16)
7)Als iemands wegen den HEERE behagen, zo zal Hij ook zijn vijanden17) met hem bevredigen.
8)Beter is een weinig met gerechtigheid,18) dan de veelheid der inkomsten zonder recht.
9)Het hart des mensen overdenkt19) zijn weg; maar de HEERE stiert20) zijn gang.
10)Waarzegging21) is op de lippen22) des konings; zijn mond23) zal niet overtreden24) in het gericht.25)
11)Een rechte26) waag27) en weegschaal zijn des HEEREN;28) alle weegstenen29) des zaks30) zijn Zijn werk.31)
12)Het is der koningen32) gruwel goddeloosheid te doen; want door gerechtigheid wordt de troon bevestigd.
13)De lippen33) der gerechtigheid zijn het welgevallen34) der koningen; en elkeen van hen zal liefhebben35) dien, die rechte dingen spreekt.
14)De grimmigheid des konings is als36) de boden des doods; maar een wijs man zal die37) verzoenen.38)
15)In het licht39) van des konings aangezicht is leven;40) en zijn welgevallen41) is als een wolk des spaden regens.42)
16)Hoeveel beter is het wijsheid43) te bekomen, dan uitgegraven44) goud, en uitnemender, verstand te bekomen, dan zilver!
17)De baan45) der oprechten is van het kwaad af te wijken; hij behoedt zijn ziel, die zijn weg46) bewaart.
18)Hovaardigheid is voor de verbreking,47) en hoogheid48) des geestes voor den val.
19)Het is beter nederig49) van geest te zijn met de zachtmoedigen,50) dan roof51) te delen met de hovaardigen.
20)Die op het woord52) verstandelijk let, zal het goede53) vinden; en die op den HEERE vertrouwt, is welgelukzalig.
21)De wijze van hart zal verstandig54) genoemd worden; en de zoetheid55) der lippen56) zal de lering vermeerderen.
22)Het verstand dergenen,57) die het bezitten, is een springader58) des levens; maar de tucht59) der dwazen is dwaasheid.60)
23)Het hart eens wijzen maakt61) zijn mond62) verstandig, en zal op zijn lippen63) de lering vermeerderen.
24)Liefelijke64) redenen zijn een honigraat, zoet voor de ziel,65) en medicijn66) voor het gebeente.67)
25)Er is een weg, die iemand recht schijnt; maar het laatste van dien zijn wegen des doods.68)
26)De ziel69) des arbeidzamen arbeidt voor zichzelven;70) want zijn mond71) buigt zich72) voor hem.73)
27)Een Belialsman74) graaft kwaad;75) en op zijn lippen is als brandend vuur.76)
28)Een verkeerd man77) zal krakeel inwerpen;78) en een oorblazer79) scheidt den voornaamsten80) vriend.
29)Een man des gewelds81) verlokt82) zijn naaste, en hij leidt hem in een weg, die niet goed is.83)
30)Hij sluit84) zijn ogen, om verkeerdheden te bedenken; zijn lippen bijtende,85) volbrengt86) hij het kwaad.87)
31)De grijsheid is een sierlijke88) kroon;89) zij wordt op den weg90) der gerechtigheid gevonden.
32)De lankmoedige91) is beter dan de sterke; en die heerst over zijn geest,92) dan die een stad inneemt.
33)Het lot93) wordt in den schoot94) geworpen; maar het gehele beleid95) daarvan is van den HEERE.96)