Het vorstenhuis Nassau      door J. H. Gouka
Index

Hoofdstuk 1
Het leenstelsel
Hoofdstuk 2
De linie nassau-breda
Hoofdstuk 3
Willem van Oranje (1533-1584)
Hoofdstuk 4
Maurits (1567-1625
Hoofdstuk 5
Het stadschouderschap van Willem II
Hoofdstuk 6
De andere takken van het huis van Nassau
Hoofdstuk 7
Het derde huis van Oranje-Nassau
Hoofdstuk 8
De Walramse linie van het huis nassau
Hoofdstuk 9
De tak Nassau-Idstein en de tak Nassau-Weilburg na 1627
Hoofdstuk 10
Stadhouden Willem IV
Hoofdstuk 11
De oranje-nassau's in ballingschap
Hoofdstuk 12
De koningen der Nederlanden en de Hertogen van Nassau
Hoofdstuk 13
Koningin Wilhelmina
Hoofdstuk 14
Bernhard zur Lippe Biesterfeldt
Hoofdstuk 15
Naspel

(C) 2006 prive-uitgave J.H. Gouka
Niets uit deze webpagina's mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

No part of this site may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm of any other means without permission from the publisher.

Hit Counters

Hoofdstuk 2

DE LINIE NASSAU-BREDA. HET EERSTE HUIS VAN ORANJE NASSAU. HET SOUVEREINE PRINSDOM ORANGE. DE DUITSE VERWANTEN. HET TWEEDE HUIS ORANJE-NASSAU.

Nu terug naar waar we waren gebleven, bij Engelbert I wiens verzameling achterlenen op kleinere schaal, kan worden vergeleken met de verzameling lenen van de Bourgondiërs.

We hebben het al gehad over zijn zes wettige kinderen, maar we moeten er rekening mee houden dat die werden geboren in een tijd waarin de kindersterfte groot was. Van de vier zonen, stierf dan ook de jongste als jongen van een jaar of acht en de derde als baby. Van de twee oudste zonen beginnen we bij de jongste, Hendrik II. (1414-1450)

Hij trouwde twee maal. de eerste maal met gravin Genoveva van Virneburg. Typisch voor de positie van Hendrik als achterleenman, moest daarvoor de hertogin van Luxemburg toestemming geven. Nadat de gravin in 1437 was overleden, trouwde Hendrik nogmaals in 1450, nu met Irmgard "Vrouwe" van Schleiden.

Gaan we naar de oudste zoon van Engelbert I, de in 1410 geboren Jan IV.

Jan IV, graaf van Nassau, Vianden en Dietz, baron van Breda, vermeerderde zijn bezittingen door de koop o.a. van Gageldonck en Hambroeck was "drossaard van Brabant" kastelein van Heusden, maarschalk van Westfalen. Hij trouwde Maria, gravin van Loon. Uit het huwelijk werden zes kinderen geboren, eerst drie dochters en in 1451 een zoon, Engelbert II.

Even vermelden hoe de nederlandse Nassau's aan hun rijke bezit zijn gekomen. De grondlegger daarvan was een gewiekste geldschieter en wapenhandelaar. Een bastaard uit het Huis van Duivenvoorde. Ene Willem Snickerieme die zich onmisbaar had gemaakt bij de Hollandse graven Willem III en zijn oorlogszuchtige zoon van diezelfde naam. Hij werd in de adelstand verheven en trouwde een hoog-adelijke dame uit een zijtak van de oude adellijke familie van Wassenaer. Een paar generaties later was van die tak van de Wassenaers, de Polanens, nog alleen een dochter over. Dat was Johanna de erfdochter van de familie van de Lek en Polanen en via die erfdochter van de Polanens, kwan de hele rijkdom dus in het bezit van Engelbert I

Het echtpaar kreeg vijf kinderen, vier zonen en twee dochters. Die zonen waren Jan, Hendrik, Willem en Philips. De beide jongsten stierven op jeugdige leeftijd.

Jan IV ( 1410-1475) was graaf van Vianden en "half" van Dietz, heer van de Lek en baron van Breda. Verder was hij o.a. drossaart of baljuw van Brabant, (een rechterlijke bestuurlijke functie in die tijd) en maarschalk van Westfalen. Hij trouwde met Maria, gravin van Loon.

Uit het huwelijk werden zes kinderen geboren. Eerst drie dochters, dan twee zonen, Engelbert II en Jan V; en tenslotte nog een dochter.

Engelbert II (1451-1504) was dus de oudste zoon, maar hij bleef in dienst van de hertog van Bourgondië meest in de Nederlanden en zijn jongere broer beheerde in Duitsland de Nassause bezittingen daar. De Nassause bezittingen van de zogenaamde Ottoonse Linie, wel te verstaan.

Hij beleefde de overgang van de Bourgondische landen van het Huis Bourgondië naar het Huis Habsburg. Hij was vanzelfsprekend lid van de Orde van Het Gulden Vlies. Hij werd stadhouder, was generaal in het leger en vermeerderde zijn bezit en titels, was o.a. burggraaf van Antwerpen en heer van Roosendaal, Wouw en Nispen. Bij Nancy waar hertog Karel de Stoute sneuvelde, werd hij gevangen genomen. Op 17-jarige leeftijd trouwde hij met de één jaar oudere dochter Cimburga, van markgraaf Karel I van Baden. Het huwelijk duurde meer dan een halve eeuw en bleef kinderloos.

Jan V (1455-1516) was de 5 jaar jongere broer van Engelbert II en zijn mede-regeerder. Hij bestuurde zoals al opgemerkt de duitse bezittingen en verbleef meest op het familiekasteel de Dillenburg. Jan was graaf van Nassau-Dillenburg, Siegen, Vianden en Dietz. Hij trouwde in 1482 met landgravin Elisabeth van Hessen en uit het huwelijk werden zes kinderen geboren. Eerst vier zonen, Hendrik, Jan, Ernst en Willem, waarvan Jan en Ernst jong stierven en daarna nog twee dochters.

HET EERSTE HUIS VAN ORANJE-NASSAU. HET SOUVEREINE PRINSDOM ORANGE. DE DUITSE VERWANTEN.

De oudste zoon van Jan V, Hendrik III (1483-1538) was de erfgenaam van zijn kinderloos overleden oom Engelbert II en net als die oom liet hij het beheer van het stamland over aan zijn jongere broer en was zelf net als die oom in dienst van de Habsburgers, de erfgenamen van de Bougondiërs.

Hij was graaf van Nassau, Baron van Breda, Ridder in de Orde van Het Gulden Vlies Gouverneur van het oudste zoontje van hertog Philips (bijgenaamd "de Schone") die later bekend werd in Nederland als keizer Karel V en in Spanje als koning Carlos I. Hij was kapitein-generaal in het leger van Keizer Maximiliaan, stadhouder van Holland en Zeeland en van Franche-Comté. Kortom, een groot man in dienst van de landsvorst.

Hendrik III trouwde drie maal. De eerste maal in 1503, hij was toen 20 jaar, met Francisca-Louise van Savoye. Hendriks eerste vrouw stierf in 1511 en het huwelijk was kinderloos gebleven.

Heel belangrijk voor de Nassau's was Hendriks tweede huwelijk met Claudia van Chalon, de zuster van de prins van Oranje.

HET SOUVEREINE PRINSDOM ORANGE.

Eeuwenlang was Orange een klein, maar onafhankelijk Prinsdom. Lang regeerde er het Huis Baux. Marie, de erfdochter, trouwde in 1393 met Jan van Chalon en het huis van Chalon regeerde sedertdien over het prinsdom tot in 1530 de vijfde en laatste prins van Orange uit het Huis Chalon sneuvelde bij Florence. Dat was de toen 28-jarige Filibert van Chalon. Zijn erfgenaam was de enige, in 1519 geboren zoon René van zijn enige jaren oudere zuster Claudia.

Claudia was geboren in 1498 en trouwde met graaf Hendrik III van Nassau toen zij 17 jaar oud was. Claudia's moeder was Filiberta van Luxemburg. Graaf Hendrik was in 1515 al 32 jaar oud en sedert 1511 weduwnaar. Hendrik was bijna twee maal zo oud als zijn tweede vrouw. Zij stierf reeds in 1521. Het huwelijk van een prinses van Oranje met een graaf van Nassau, hoe hoog in aanzien ook, was voor de prinses gezien in het licht van die tijd eigenlijk beneden haar stand. De graaf was immers maar een leenman van de keizer en een verzamelaar van achterlenen van weer andere leenmannen van de duitse keizer en van de koning van Frankrijk. Claudia was een prinses van een souverein land en mocht haar broer geen nakomelingen hebben, dan zou een van haar kinderen eveneens als Prins van Orange een echte souverein zijn. Er werd dan ook bij het huwelijk bepaald dat eventuele kinderen de titel en naam van hun moeder zouden voeren vóór die van hun vader.

Na voor de tweede maal weduwnaar te zijn geworden, hertrouwde graaf Hendrik nog eens. Nu met een Spaanse adellijke dame. In Burgos trouwde hij in 1524, hij was toen inmiddels 41 jaar oud, met de toen pas 15 jaar oude Mencia de Mendoza, markiezin van Zenette. Dit derde huwelijk bleef net als het eerste, kinderloos. In 1538 stierf graaf Hendrik op 55 jarige leeftijd. Zijn weduwe hertrouwde 2 jaar later met de hertog van Calabrië.

In 1530, met de troonsbestijging van René, begon dus het eerste Huis van Oranje-Nassau, om reeds 14 jaar later te eindigen toen prins René als veldheer in dienst van Keizer Karel V, op 25-jarige leeftijd sneuvelde bij St. Dizier in Champagne.

HET TWEEDE HUIS ORANJE-NASSAU.

Na het sneuvelen van prins René kwam volgens zijn kort tevoren gemaakte testament en in overeenstemming met het familieverdrag van het Huis Nassau zijn erfenis in handen van het toen elf-jarig zoontje van de broer van René's vader, Willem van Oranje.

Opgemerkt wordt dat er dus geen enkele bloedverwantschap, ook niet in de vrouwelijke lijn, was tussen deze prins van Oranje en het Huis Chalon. Het was louter een erfeniskwestie.

Wat behelsde nu die erfenis?

Even terug dus naar prins René.

De in 1519 te Breda geboren René was Prins van Orange, graaf van Nassau, baron van Breda. Evenals zijn vader was hij Ridder in de Orde van het Gulden Vlies, veldheer in het leger van de keizer en stadhouder van Holland en Zeeland en van Franche-Comté.

Hij trouwde in 1540 met Anna, een dochter hertog Anton II van Lotharingen. Anna was toen 18 jaar en drie jaar jonger dan haar echtgenoot. In februari 1544 werd het echtpaar een dochtertje, Maria geboren dat echter maar 3 weken oud werd en in juli van dat zelfde jaar sneuvelde de eerste prins van Oranje-Nassau. Zijn weduwe hertrouwde 4 jaar later met Philips van Croy, de eerste hertog van Aerschot. Is de vete die er tot in de negentiende eeuw heeft bestaan tussen de geslachten Oranje-Nassau en van Aerschot wellicht terug te voeren tot haat van de onterfde weduwe van René van Chalon tegen hem die met die erfenis ging strijken?

DE DUITSE VERWANTEN.

Ook even nog verder terug, naar de jongere broer van graaf Hendrik III, graaf Willem van Nasau.

Willem, bijgenaamd "de Rijke", was de ruim 4 jaar jongere broer van Hendrik III en leefde eigenlijk geheel in de schaduw van zijn belangrijke broer. De enige bestuurlijke functie die de duitse keizer hem ooit aanbood was die van gouverneur van Luxemburg, maar Willem weigerde de fuctie te aanvaarden.

Wellicht was dat ook een van de redenen dat niet hij de erfenis van zijn deftige neef toegewezen kreeg, maar dat die toeviel aan zijn 11-jarig zoontje, die op die leeftijd aan het keizerlijk hof gekomen, nog kon worden opgevoed tot een hoveling, in plaats van tot een wat boerse landjonker. De veelgenoemde reden dat intussen de duitse Nassau's Luthers waren geworden en de erfgenaam van René van Chalon Rooms-Katholiek moest zijn, was van minder belang in de ogen van tijdgenoten dan wij thans nogal eens denken. Protestanten en Katholieken waren in die tijd nog niet zover uiteen gegroeid en bovendien was het fanatisme aan beiden kanten nog niet zo fel als later toen de contra-reformatorische en de calvinistische denkbeelden vaste voet hadden gekregen.

Terwille van de erfenis stond Willem de Rijke zijn jonge zoon af om hem te laten opvoeden aan het hof van de Landvoogdes over de in Habsburgse handen zijnde Nederlanden. Die landoogdes was Maria, een van de zusters van Keizer Karel V en de weduwe van de laatste zelfstandige koning van Hongarije en Bohemen, Lajos (of Lodewijk) de tweede. Koning Lajos sneuvelde tegen de Turken die daarna bijna het gehele land konden bezetten en zijn rechten op de Hongaarse en Boheemse tronen gingen over op zijn zuster Anna die trouwde met de broer van keizer Karel V, de latere keizer Ferdinand. Lajos' vrouw vluchtte het land uit en werd later dus de landvoogdes van de Nederlanden. Zij was een zeer beschaafde vrouw, wars van het later doorbrekende Katholieke fanatisme van de contra-reformatoren en dat van de Orde der Jezuďeten. Aan haar hof in Brussel heerste nog het verdraagzame humanisme dat later ook Willem de Zwijger zo kenmerkte.

Terug naar Willem "de Rijke".

Hij was graaf van Nassau-Dillenburg de burcht waar hij ook woonde met zijn familie. Verder was hij ook nog graaf van Siegen, Vianden en Dietz. Sedert de dood van zijn vader in 1516 bestuurde hij de duitse bezittingen van de familie Nassau. Op 19-jarige leeftijd huwde hij met de 17-jarige Walburga, een dochter van de graaf van Egmond. De Egmonds waren een oude hollandse adellijke familie. Uit het huwelijk werden 2 dochters geboren. In 1515 Elisabeth die maar 7 jaar oud werd, en in 1522 Magdalena die op 16-jarige leeftijd trouwde met graaf Herman van Nieuwenaar en Meurs.

Walburga stierf in 1529 en graaf Willem hertrouwde 3 jaar later met Juliana van Stolberg-Wernigerode, die zelf weer de weduwe was van graaf Philips II van Hanau-Münzenberg en zelf ook uit haar eerste huwelijk 2 kinderen had.

Juliana (1505-1580) en Willem ((1487-1559) kregen samen ook nog 12 kinderen, vijf zonen en zeven dochters. Behalve de oudste dochter, Hermanna, die jong stierf, trouwden alle dochters volgens hun stand met graven, leenmannen van de duitse keizer. Van de vijf zonen, sneuvelden er drie in de strijd die hun oudste broer Willem begon tegen het "Spaanse bewind", beter uitgedrukt, tegen het gezag van de landsheer Philips van Habsburg, die behalve hertog of graaf van verschillende "Nederlanden" ook nog na de abdicatie van zijn vader in 1555, koning van Spanje was.

Die Nassau-zonen, broers dus van Willem van Oranje, waren:

Lodewijk (1538-1574) Leider van het Verbond der Edelen. Won als legeraanvoerder de slag bij Heiligerlee die wordt beschouwd als het begin van de Tachtig-jarige Oorlog. Verloor de slag bij Jemmingen. Gaf in 1572 na een beleg de stad Mons over aan Don Frederik de zoon van de hertog van Alva. Sneuvelde op de Mookerheide in 1574.

Adolf (1540-1568) Diende in het leger en vocht tegen de Turken in 1566. Was bij het beleg van Gotha. Sneuvelde in de Slag bij Heiligerlee in 1568. Een van de strofen uit het vierde vers van het "Wilhelmus" luidt: "...Graaf Adolf is gebleven, in Friesland in de slag. Zijn ziel in eeuwig leven, verwacht de jongste dag..."

Hendrik (1550-1574) Studeerde in Leuven in 1564. Daarna in Straatsburg. Vocht in het Hugenotenleger onder de prins van Condé in 1569. Trok in het leger van Willem van Oranje naar de Zuidelijke Nederlanden in 1572. Sneuvelde op de Mookerheide in 1574.

Blijven we nog even in het stamland Nassau, dan zien we dat Willem de Rijke bij zijn dood in 1559, daar werd opgevolgd door zijn tweede zoon Jan (bijnaamd "de Oude"), terwijl zijn oudste zoon Willem, weliswaar mederegeerder over het stamland, als hoveling aan het hof te Brussel verbleef, waar hij een eigen paleis had.

Jan VI, genaamd de Oude (1536-1605) was graaf van Nassau, Katzenelnbogen, en Dietz, Dillenburg, Siegen en Hadamar. In 1561 erfde hij ook nog Beilstein. Graaf Jan was minder honkvast dan zijn vader. Ook hij begaf zich net als al zijn broers, in de heksenketel die de Nederlanden onder het bewind van koning Philips II werden. Van 1578 tot 1584 was hij stadhouder van Gelderland. In die functie lag hij nogal eens overhoop met de Staten van dat hertogdom. Jan was in 1577 op verzoek van zijn broer Willem naar de Nederlanden gekomen. Willem was in 1575 voor de derde maal getrouwd en wilde de kinderen uit zijn vorige huwelijken die al jaren in Dillenburg woonden, weer bij zich hebben. Hij wilde ook, dat zijn broer, terwijl hij in Brussel, Antwerpen waar hij burggraaf was, of in Breda verbleef, in Holland als zijn plaatsvervanger de zaken gaande hield. Dat ging niet door, maar Willem slaagde er in om te bewerkstelligen dat Jan stadhouder van Gelderland werd. De chaos die in de Nederlanden was ontstaan had in 1576 geleid tot een soort binnenlandse vrede, "De Pacificatie van Gent" genaamd, waarbij de Prins van Oranje een dikke vinger in de pap kreeg in de gang van zaken in Brussel. Zonder die "vinger in de pap" zou graaf Jan nooit stadhouder van het toen nog in grote meerderheid Rooms-Katholieke Gelderland zijn geworden. Hij was veel intoleranter dan zijn broer en geen Lutheraan maar een Calvinist, veel onverdraagzamer ook. Hij had dus nogal wat te stellen met de bestuurders, de Staten van Gelre, maar hij wist toch door te zetten dat een aantal noordelijke gewesten zich aaneensloot in een soort verbond, bekent als: "De Unie van Utrecht"

Dit als een soort Protestants antwoord op een gelijksoortig verband van zuidelijke Katholieke Staten, "De Unie van Atrecht" (of op z'n frans: Arras) In 1580 reeds verlaat graaf Jan de Nederlanden om naar zijn stamland Nassau terug te keren. In 1581 werd hij als stadhouder van Gelderland opgevolgd door de man van zijn oudste zuster, de graaf van den Berg, die al in 1583 de spaanse zijde zal kiezen.

Graaf Jan bleef zich voortaan voornamelijk met Nassause zaken bezighouden en natuurlijk met zijn familie. Hij stichtte de hogeschool van Herborn en staat verder bekend als een bekwaam bestuurder.

Jan was 3 x getrouwd. 1559 trouwde hij met Elisabeth van Leuchtenberg, toen 21 jaar oud, een huwelijk dat 20 jaar zou duren en waaruit 12 kinderen werden geboren, zeven zonen en vijf dochters. Van zijn kinderern stierf en een als meisje van zeven jaar aan de pest en werd een van zijn zonen maar één dag oud.

Een jaar na het overlijden van zijn vrouw, hertrouwde hij.

Zijn tweede vrouw was Cunegonda van de Paltz, een dochter van keurvorst Frederik III van de Paltz. Zij was toen 23 jaar oud en stierf nog geen 6 jaar later. Zij kreeg van hem vier kinderen, twee zonen en twee dochters, waarvan de beide zonen dood werden geboren en de jongste dochter binnen het jaar stierf.

Binnen en half jaar na het overlijden van zijn tweede vrouw trouwde graaf Jan voor de derde maal. Deze vrouw, Johannetta van Sayn-Witgenstein, was toen hij haar trouwde 25 jaar oud en 25 jaar jonger dan graaf Jan. Uit het derde huwelijk werden nog zeven kinderen geboren. Nog vijf dochters en twee zonen, waarvan een dochter en een zoon als baby stierven.

Van de nakomelingen van graaf Jan, was:

Jan VII de stamvader van de linie Nassau-Siegen.

George, de stamvader van de linie Nassau-Dillenburg.

Ernst-Casimir de stamvader van de linie Nassau-Dietz.

Johan-Lodewijk (uit het derde huwelijk) van de linie Nassau-Hadamar.

Van de zonen van graaf Jan VI is de in ons land bekendste nog niet genoemd. Dat was Willem Lodewijk, de stadhouder van Friesland en de mede-legeraanvoeder van zijn neef, prins Maurits. Daar komen we later op terug, evenals op de andere zonen van graaf Jan. Nu eerst terug naar de stichter van de tweede dynastie Oranje-Nassau.