De Belgische opstand      door J. H. Gouka
Index

Proloog
Hoofdstuk 1
De Republiek
Hoofdstuk 2
Hoe het koninkrijk der Nederlanden ontstond
Hoofdstuk 3
Hoe zagen de "Belgen" dat?
Hoofdstuk 4
Hoe zagen de "Hollanders" dat?
Hoofdstuk 5
De feiten
Hoofdstuk 6
Ontevredenheid, in beide delen van het rijk
Hoofdstuk 7
De onttroonde machthebbers in het noorden
Hoofdstuk 8
Na de breuk
Hoofdstuk 9
De constitutionele monarchie
Hoofdstuk 10
Het nieuwe België
Hoofdstuk 11
Het nieuwe Nederland
Hoofdstuk 12
Tegenstellingen
Bijlage
Lijst van geraadpleegde literatuur


(C) 2006 prive-uitgave J.H. Gouka
Niets uit deze webpagina's mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

No part of this site may be reproduced in any form by print, photoprint, microfilm of any other means without permission from the publisher.

Hit Counters

Hoofdstuk 8

NA DE BREUK.

Het opstandige België werd intussen door de Europese machthebbers belet zich bij Frankrijk te voegen en de nieuwe Franse koning werd te verstaan gegeven door de overige Europese Grote Mogendheden (Groot-Brittannië; Oostenrijk; Pruisen; en Rusland) dat zij een annexatie van België niet zouden toestaan. Het voorlopige bewind in Brussel poogde aansluiting bij Frankrijk via een indirecte tussenoplossing toch te bereiken, door de Belgische Kroon aan te bieden aan de hertog van Nemours, een jongere minderjarige zoon van de Franse Koning. Echter, ook die truc werd door de mogendheden doorzien en verboden.


Toen kwamen de Britten met een heel andere oplossing, een oplossing in hun voordeel dan. In Groot-Brittannië regeerde, nou ja, was staatshoofd, koning George III, van 1760 tot 1820. Wegens krankzinnigheid van de koning was de Prins van Wales de laatste 10 jaren van de regering van zijn vader, voor hem regent van het rijk geweest. Daarna was de prins zijn vader opgevolgd als koning George IV. Uit zijn zeer slechte huwelijk met zijn nicht Caroline van Brunswijk, was slechts één dochter, prinses Charlotte geboren die was getrouwd met een gelukszoeker, een jongere zoon van de regerend hertog van Saksen-Coburg-Saalfeld. Deze jongeman hoopte na de dood van zijn schoonvader, via de dan koningin geworden Charlotte, over het Britse wereldrijk te kunnen heersen. Een jaar reeds na zijn huwelijk, lag de droom van Prins Leopold van Saksen-Coburg in scherven, doordat Charlotte na te zijn bevallen van een dood kind, in het kraambed stierf. Toen koning George IV in 1830 stierf, werd hij opgevolgd door zijn broer Koning William IV. En, nog altijd verbleef Prins Leopold de weduwnaar van Charlotte aan het Britse hof en hij was een persoon die de Britten op de zenuwen werkte. Als de Belgen dan zonodig een koning wensten, de Britten hadden er een op zicht die ze heel graag kwijt wilden. Zijn candidatuur zou de Britten van mede- tot tegenstanders van Koning Willem I maken. Wel moesten de Belgen gauw zijn met hun toestemming anders was het met de Britse vriendschap alweer gedaan. Vooral moesten zij niet ingaan op een nieuwe Franse candidaat, die met steun van ditmaal de Oostenrijkers naar voren werd geschoven, de Prins van Leughtenberg, een zoon van Eugène de Beauharnais, die zelf weer de pleegzoon was van Napoleon, die inmiddels in 1821 in gevangenschap op Sint-Helena was overleden.

En zo werd Leopold in Brussel geparachuteerd, tegen de zin van de Belgen en zelfs tegen zijn eigen zin. Hij probeerde nog om België tegen de troon van Griekenland (ook net opgericht net als de Belgische) te ruilen, maar de Grieken verkozen boven Leopold, de Beierse Prins Otto.