< Johannes 15 >
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15 16 17 18 19 20 21
1)Ik ben de ware1) Wijnstok, en Mijn Vader is de Landman.2)
2)Alle rank,3) die in Mij geen vrucht draagt,4) die neemt Hij weg;5) en al wie vrucht draagt, die reinigt Hij,6) opdat zij meer vrucht drage.
3)Gijlieden zijt nu rein om het7) woord, dat Ik tot u gesproken heb.8)
4)Blijft in Mij,9) en Ik in u.10) Gelijkerwijs de rank geen vrucht kan dragen van zichzelve,11) zo zij niet in den wijnstok blijft; alzo ook gij niet, zo gij in Mij niet blijft.
5)Ik ben de Wijnstok, en gij de ranken; die in Mij blijft, en Ik in hem, die draagt veel vrucht; want zonder Mij12) kunt gij niets doen.13)
6)Zo iemand in Mij niet blijft, die is buiten geworpen,14) gelijkerwijs de rank, en15) is verdord; en16) men vergadert dezelve,17) en men werpt ze in het vuur, en18) zij worden verbrand.
7)Indien gij in Mij blijft, en Mijn woorden in u blijven,19) zo wat gij wilt,20) zult gij begeren, en21) het zal u geschieden.
8)Hierin is Mijn Vader verheerlijkt, dat gij veel vrucht draagt;22) en gij zult Mijn discipelen zijn.23)
9)Gelijkerwijs de Vader Mij liefgehad heeft, heb Ik ook u liefgehad; blijft in deze Mijn liefde.24)
10)Indien gij Mijn geboden bewaart, zo25) zult gij in Mijn liefde blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde.
11)Deze dingen heb Ik tot u gesproken, opdat Mijn blijdschap26) in u blijve, en27) uw blijdschap28) vervuld worde.29)
12)Dit is Mijn gebod, dat30) gij elkander liefhebt, gelijkerwijs Ik u liefgehad heb.
13)Niemand heeft meerder liefde dan deze, dat iemand zijn leven31) zette voor32) zijn vrienden.
14)Gij zijt Mijn33) vrienden, zo gij doet wat Ik u gebiede.
15)Ik heet u niet34) meer dienstknechten; want de dienstknecht weet niet, wat35) zijn heer doet; maar Ik36) heb u vrienden genoemd; want al wat Ik van Mijn Vader gehoord heb,37) dat heb Ik u bekend gemaakt.
16)Gij hebt Mij niet uitverkoren, maar38) Ik heb u uitverkoren, en39) Ik heb u gesteld, dat40) gij zoudt heengaan en41) vrucht dragen, en dat uw vrucht blijve; opdat, zo wat gij van42) den Vader begeren zult in Mijn Naam, Hij u dat geve.
17)Dit gebied Ik u, opdat gij43) elkander liefhebt.
18)Indien u de wereld haat,44) zo weet, dat zij45) Mij eer dan u46) gehaat heeft.
19)Indien gij van de wereld47)49) waart, zo zou de wereld het hare48) liefhebben; doch omdat gij van de wereld niet zijt, maar Ik u uit de wereld heb uitverkoren,50) daarom haat u de wereld.
20)Gedenk des woords, dat Ik u gezegd heb:51) Een dienstknecht is niet meerder dan zijn heer. Indien zij Mij vervolgd hebben, zij zullen ook u vervolgen; indien zij Mijn woord bewaard hebben, zij zullen ook het uwe bewaren.
21)Maar al deze dingen52) zullen zij doen om Mijns Naams53) wil, omdat zij Hem niet kennen, Die Mij gezonden54) heeft.
22)Indien Ik niet gekomen ware, en tot hen gesproken had, zij hadden geen zonde;55) maar nu hebben zij geen voorwendsel56) voor hun zonde.
23)Die Mij haat, die haat ook Mijn Vader.
24)Indien Ik de werken onder57) hen niet had gedaan, die niemand anders58) gedaan heeft, zij hadden geen zonde;59) maar nu hebben zij ze gezien, en beiden Mij en Mijn Vader gehaat.
25)Maar dit geschiedt, opdat het woord vervuld worde, dat in hun wet geschreven60) is: Zij hebben mij zonder oorzaak61) gehaat.
26)Maar wanneer de Trooster zal gekomen zijn, Dien Ik u zenden zal van den Vader,62) namelijk de Geest der waarheid, Die van den Vader uitgaat, Die63) zal van Mij getuigen.64)
27)En gij zult ook getuigen, want65) gij zijt van den beginne met66) Mij geweest.