|
1
2
3
4
5
6
7
8
9
10
11
12
13
14
15
16
17
18
19
20
21
22
23
24
25
26
27
28
29
30
31
32
33
34
35
36
37
38
39
40
41
42
43
44
45
46
47
48
49
50
|
1) | Dit is het boek van1) Adams geslacht. Ten dage als God den mens schiep, maakte Hij hem naar de gelijkenis Gods.2) |
2) | Man en vrouw schiep Hij hen, en zegende ze, en noemde hun naam Mens,3) ten dage als zij geschapen werden. |
3) | En Adam leefde4) honderd en dertig jaren, en5) gewon een zoon naar zijn gelijkenis, naar zijn evenbeeld, en noemde7) zijn naam Seth.6) |
4) | En Adams dagen, nadat hij Seth gewonnen had, zijn geweest achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
5) | Zo waren al de dagen van Adam, die hij leefde, negenhonderd jaren, en dertig jaren;8) en hij stierf. |
6) | En Seth leefde honderd en vijf jaren, en hij gewon Enos. |
7) | En Seth leefde, nadat hij Enos gewonnen had, achthonderd en zeven jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
8) | Zo waren al de dagen van Seth negenhonderd en twaalf jaren; en hij stierf. |
9) | En Enos leefde negentig jaren, en hij gewon Kenan.9) |
10) | En Enos leefde, nadat hij Kenan gewonnen had, achthonderd en vijftien jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
11) | Zo waren al de dagen van Enos negenhonderd en vijf jaren; en hij stierf. |
12) | En Kenan leefde zeventig jaren, en hij gewon Mahalal-el.10) |
13) | En Kenan leefde, nadat hij Mahalal-el gewonnen had, achthonderd en veertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
14) | Zo waren al de dagen van Kenan negenhonderd en tien jaren; en hij stierf. |
15) | En Mahalal-el leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Jered. |
16) | En Mahalal-el leefde, nadat hij Jered gewonnen had, achthonderd en dertig jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
17) | Zo waren al de dagen van Mahalal-el achthonderd vijf en negentig jaren; en hij stierf. |
18) | En Jered leefde honderd twee en zestig jaren, en hij gewon11) Henoch.12) |
19) | En Jered leefde, nadat hij Henoch gewonnen had, achthonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
20) | Zo waren al de dagen van Jered negenhonderd twee en zestig jaren; en hij stierf. |
21) | En Henoch leefde vijf en zestig jaren, en hij gewon Methusalach.13) |
22) | En Henoch wandelde met God,14) nadat hij Methusalach gewonnen had, driehonderd jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
23) | Zo waren al de dagen van Henoch driehonderd vijf en zestig jaren. |
24) | Henoch dan wandelde met God; en hij was niet meer;15) want God nam hem weg. |
25) | En Methusalach leefde honderd zeven en tachtig jaren, en hij gewon Lamech. |
26) | En Methusalach leefde, nadat hij Lamech16) gewonnen had, zevenhonderd twee en tachtig jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
27) | Zo waren al de dagen van Methusalach negenhonderd negen en zestig jaren; en hij stierf.17) |
28) | En Lamech leefde honderd twee en tachtig jaren, en hij gewon een zoon. |
29) | En hij noemde zijn naam Noach,18) zeggende: Deze zal ons troosten over ons werk, en over de smart onzer handen, vanwege het aardrijk,19) dat de HEERE vervloekt heeft! |
30) | En Lamech leefde, nadat hij Noach gewonnen had, vijfhonderd vijf en negentig jaren; en hij gewon zonen en dochteren. |
31) | Zo waren al de dagen van Lamech zevenhonderd zeven en zeventig jaren; en hij stierf. |
32) | En Noach was vijfhonderd jaren20) oud; en Noach gewon21) Sem, Cham en Jafeth. |