1)Schrijf u al de woorden,
  Zie onder Jer. 36:2.
2)de gevangenis
  Of, de gevangenen wederbrengen.
3)Wij horen een stem
  Hier worden de inwoners van Jeruzalem ingevoerd, aldus klagende ten tijde van het innemen der stad, enz.
4)verschrikking;
  Of, siddering.
5)baart?
  Dat is, baren kan, gelijk dikwijls.
6)bleekheid?
  Of, geelheid, de geelzucht; dat is, misverwig, gelijk de geelzuchtige mensen en de landvruchten, wanneer ze door veel vocht verrotten en met honigdauw geslagen zijn. Vergelijk Deut. 28:22.
7)want
  Of, immer, zekerlijk is die dag, enz., of, dat die dag zo groot is.
8)dag is zo groot,
  Dat is, de bestemde tijd des oordeels over Jakobs nakomelingen [zie Ps. 37:13, en Joël. 1:15], dat zij nooit tevoren zo hard zijn gestraft.
9)zijn juk
  Van den koning van Babel; zie boven Jer. 27.
10)van uw hals verbreken,
  Vergelijk boven Jer. 28:11.
11)zich niet meer
  Of, dwingen te dienen; zie boven Jer. 25:14.
12)hem doen dienen.
  Namelijk Jakob.
13)zij zullen dienen den HEERE,
  Jakobs nakomelingen.
14)David,
  Dat is, den Heere Jezus Christus. Zie 2 Sam. 22:51.
15)verschrikke.
  Of, doen sidderen.
16)met u,
  Zie Gen. 21:22.
17)voleinding maken;
  Zie boven Jer. 4:27.
18)mate,
  Zie boven Jer. 10:24.
19)u niet gans onschuldig houden.
  Hebreeuws, onschuldig houdende zal Ik u niet onschuldig houden; dat is hier, niet ten enenmale of geheellijk ongestraft laten, gelijk onder Jer. 46:28. Vergelijk boven Jer. 25:29.
20)breuk is dodelijk,
  Gelijk boven Jer. 4:6. Anders: aangaande uwe breuk, zij is dodelijk.
21)plage is smartelijk.
  Of, wonde; gelijk boven Jer. 14:17.
22)die uw zaak oordeelt,
  Dat is, die de zaak van uw gezwel zich aantrekt en onderzoekt of en hoe gij in deze ellende te helpen zijt.
23)gezwel;
  Of, de wonde. In deze betekenis wordt het Hebreeuwse woord ook gebruikt Hos. 5:13; Obad.:7, en wordt nergens meer in de Heilige Schriftuur gevonden. Anders: tot verbinding, of uitdrukking, dat is, dat uwe wonden verbonden, uitgedrukt, gezuiverd en geheeld mochten worden.
24)heelpleisters.
  Hebreeuws, helingen, of genezingen der opklimming, of opkoming, opgang; dat is, men legt geen pleisters op uwe wonden, dat de gezondheid zou mogen opkomen, opklimmen; dat is, toenemen, of dat er littekens mochten opkomen. Vergelijk Neh. 4:7, en onder Jer. 30:17. Anders: opkomingen van genezingen, door omzetting van de woorden, gelijk in het Hebreeuws somtijds geschiedt.
25)liefhebbers
  Op welke gij u verlaten hebt, gelijk Egyptenaars en anderen.
26)vijands plage,
  Dat is, zo hard en scherp alsof u een vijand geslagen had; dat men naar het uiterlijke aanzien zou zeggen, een vijand heeft het gedaan; blijvende ondertussen mijne gedachten des vredes bestendig. Zie Jer. 30:16,17,18, enz.
27)Daarom,
  Om te tonen dat Ik u eerst om uwer zonden wil tot uw best gekastijd heb en het daarna mijn tijd is, dat Ik uwen vijanden, die het zo niet gemeend hebben, vergelde en u weder zegene. Vergelijk Jer. 10:25.
28)opgegeten worden,
  Vergelijk Ps. 14:4, en Ps. 79:7, met de aantekening.
29)gezondheid doen rijzen,
  Of, een pleister opleggen. Vergelijk boven Jer. 30:13, en Jer. 8:22, en onder Jer. 33:6; idem Jer. 46:11.
30)plagen genezen,
  Of, wonden.
31)Sion,
  Spottenderwijze, alsof zij zeiden: dat is nu die Zion, de kerk Gods, waarvan zij altijd zo veel en roemend gesproken, en zo groot gevoel gehad hebben; maar ziet nu eens, enz.
32)niemand vraagt naar haar.
  Of, zij heeft geen navrager; dat is, niemand bekommert zich met haar.
33)de gevangenis der tenten Jakobs wenden,
  Dat is, de gevangenen van mijn volk doen wederkeren tot hunne woningen, en voorts mijne kerk verlossen uit de geestelijke gevangenschap, door den Messias, en dezelve bouwen en zegenen.
34)stad
  Jeruzalem en Gods kerk, daardoor afgebeeld.
35)hoop,
  Of, heuvel; te weten op den berg Zion, waar zij tevoren in haren bloei stond.
36)paleis
  Tempel, of koningshof.
37)liggen naar zijn wijze.
  Of, gelegen zijn; dat is, staan gelijk tevoren op zijne plaats. Vergelijk Hoogl. 5:12.
38)hen zal
  Mijn volk of kerk.
39)dankzegging uitgaan,
  Voor de lichamelijke en voornamelijk de geestelijke verlossing door den Messias.
40)spelenden;
  Dat is, die vrolijk zijn of vreugde bedrijven over Gods weldaden; alzo onder Jer. 31:4.
41)gering worden.
  Of, klein; dat is, verkleind, klein geacht, veracht.
42)zijn zonen
  Van Jakob, uit Jer. 30:18.
43)zijn gemeente
  Namelijk Jakobs gemeente.
44)bezoeking doen
  Door straffen; zie Gen. 21:1.
45)zijn
  Van Jakob, gelijk in het voorgaande.
46)Heerlijke
  De Messias, onze Zaligmaker Jezus Christus [van het Hebreeuwse woord, zie Ps. 8:2], die in het volgende zijn Heerser genoemd wordt; gelijk Micha 5:1.
47)uit hem zijn,
  Naar het vlees uit Jakob voortkomen, gelijk volgt.
48)doen naderen,
  Dat is, Ik zal hem zalven en daartoe beroepen, dat Hij hogepriester en middelaar zij tussen mij en mijn volk.
49)wie is hij,
  Te weten anders dan de Messias, Jezus Christus, die mijn Zoon is, alleen daartoe bekwaam, van mij geroepen, en zich tot borg gewilliglijk aanbiedende, om mijn volk met mij te verzoenen en voor hen als advocaat bij mij te verschijnen. Vergelijk Ps. 40:7,8,9, en Ps. 110:4; Hebr. 4:15, en Hebr. 5:4,5,6, enz., en Hebr. 7:22,25, en Hebr. 9:14,15,24, enz.
50)met zijn hart borg worde,
  Of, zijn hart borg stelle, verborge, verpande, verplichte, verzekere; dat is, wie zou zo stout durven zijn, dat hij zich zou stellen als middelaar tussen mij en den zondigen mens, als de Messias, van wien in het voorgaande gesproken wordt? Alzo wordt het Hebreeuwse woord ook gebruikt Gen. 43:9, en Gen. 44:32; Neh. 5:3; Spreuk. 20:16, en Spreuk. 27:13,e nz.
51)volk zijn,
  Zie Deut. 7:6.
52)God zijn.
  Zie Gen. 17:7.
53)een onweder des HEEREN,
  Zie boven Jer. 23:19.
54)aanhoudend onweder;
  Of, dat zich vergadert, of een vergaderd onweder; gelijk wij ook zeggen: daar vergadert zich een groot onweder, wanneer de lucht zwart en dik wordt, in het opstaan van een groot onweder. Anders: een vreeslijk, of verschrikkelijk onweder.
55)blijven op het hoofd der goddelozen.
  Of, pijnlijk, met pijn vallen, beklijven.
56)letten.
  Of, verstand daarvan bekomen. Vergelijk boven Jer. 23:20.