< Prediker 12 >
1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12
1)En gedenk aan1) uw Schepper2) in de dagen uwer jongelingschap, eer dat de kwade dagen3) komen, en de jaren naderen, van dewelke gij zeggen zult: Ik heb geen lust in dezelve.
2)Eer dan de zon,4) en het licht, en de maan, en de sterren verduisterd worden,5) en de wolken wederkomen6) na den regen.
3)In den dag, wanneer de wachters des huizes7) zullen beven, en de sterke mannen8) zichzelven zullen krommen, en de maalsters9) zullen stilstaan, omdat10) zij minder geworden zijn,11) en die door de vensteren zien,12) verduisterd zullen worden;
4)En de twee deuren13) naar de straat14) zullen gesloten worden,15) als er is een nederig geluid16) der maling, en hij18) opstaat19) op de stem van het vogeltje,20) en al de zangeressen21) nedergebogen22) zullen worden.17)
5)Ook wanneer zij23) voor de hoogte24) zullen vrezen, en dat er verschrikkingen25) zullen zijn op den weg, en de amandelboom zal bloeien,26) en dat de sprinkhaan27) zichzelven een last zal wezen, en dat de lust zal vergaan;28) want de mens29) gaat naar zijn eeuwig huis,30) en de rouwklagers31) zullen in de straat omgaan.
6)Eer dat het zilveren koord32) ontketend wordt, en de gulden schaal33) in stukken gestoten wordt, en de kruik34) aan de springader gebroken wordt, en het rad aan den bornput in stukken gestoten wordt;35)
7)En dat het stof wederom36) tot aarde keert, als het geweest is; en de geest weder37) tot God keert,38) Die hem gegeven heeft.39)
8)Ijdelheid der ijdelheden,40) zegt de prediker; het is al ijdelheid!
9)En voorts, dewijl de prediker wijs geweest is, zo leerde hij41) het volk nog wetenschap,42) en merkte op,43) en onderzocht;44) hij stelde vele45) spreuken in orde.
10)De prediker zocht aangename woorden uit te vinden,46) en het geschrevene is recht,47) woorden der waarheid.
11)De woorden der wijzen48) zijn gelijk prikkelen, en gelijk nagelen, diep ingeslagen49) van de meesters der verzamelingen,50) die gegeven zijn51) van den enigen Herder.52)
12)En wat boven dezelve is,53) mijn zoon! wees gewaarschuwd; van vele boeken54) te maken is geen einde, en veel lezens55) is vermoeiing56) des vleses.57)
13)Van alles,58) wat gehoord is, is het einde van de zaak:59) Vrees God,60) en houd Zijn geboden, want dit betaamt61) allen mensen.
14)Want God zal ieder werk62) in het gericht brengen,63) met al wat verborgen is, hetzij goed, of hetzij kwaad.