< Hooglied 1 >
1 2 3 4 5 6 7 8
1)Het Hooglied,1) hetwelk2) van Salomo is.
2)Hij3) kusse mij4) met de kussen5) Zijns monds;6) want Uw uitnemende7) liefde is beter dan wijn.8)
3)Uw olien9) zijn goed tot reuk, Uw naam10) is een olie,11) die uitgestort wordt; daarom12) hebben U de maagden lief.
4)Trek mij,13) wij zullen U nalopen! De Koning14) heeft mij gebracht in Zijn15) binnenkameren; wij zullen ons verheugen en in U verblijden;17) wij zullen Uw18) uitnemende liefde vermelden, meer dan den wijn;19) de oprechten20) hebben U lief.16)
5)Ik ben zwart,21) doch liefelijk22) (gij dochteren23) van Jeruzalem!), gelijk de tenten24) van Kedar, gelijk de gordijnen25) van Salomo.
6)Ziet mij26) niet aan, dat ik zwartachtig ben, omdat mij de zon27) heeft beschenen; de kinderen28) mijner moeder waren tegen mij ontstoken,29) zij hebben mij gezet tot een hoederin der wijngaarden.30) Mijn wijngaard,31) dien ik heb, heb ik niet gehoed.
7)Zeg mij aan,32) Gij, Dien mijn ziel liefheeft, waar Gij weidt,33) waar Gij de kudde legert in den middag; want waarom zou ik zijn als een, die zich bedekt bij de kudden Uwer metgezellen?34)
8)Indien gij35) het niet weet, o gij schoonste36) onder de vrouwen! zo ga uit37) op de voetstappen der schapen,38) en weid uw geiten bij de woningen39) der herderen.
9)Mijn vriendin! Ik vergelijk u bij de paarden40) aan de wagens van Farao.
10)Uw wangen zijn liefelijk in de spangen,41) uw hals in de parelsnoeren.42)
11)Wij zullen43) u gouden spangen maken, met zilveren44) stipjes.
12)Terwijl45) de Koning46) aan Zijn ronde tafel is,47) geeft48) mijn nardus49) zijn reuk.
13)Mijn Liefste50) is mij een bundeltje mirre, dat51) tussen mijn borsten vernacht.
14)Mijn Liefste is mij een tros52) van Cyprus, in de wijngaarden van En-gedi.53)
15)Zie, gij zijt schoon,54)55) Mijn vriendin! Zie, gij zijt schoon; uw ogen zijn duiven ogen.56)
16)Zie, gij zijt schoon,57) mijn Liefste, ja, liefelijk;58) ook groent59) onze bedstede.
17)De balken60) onzer huizen zijn cederen, onze galerijen61) zijn cypressen.62)