1) | O God! mijn hart |
|
Deze psalm is samengesteld, eensdeels van de verzen 8,9,10,11,12 van den 57sten Psalm; anderdeels van de verzen 7,8,9,10,11,12,13,14 van den 60ste Psalm, uitgenomen enige kleine veranderingen; zie aldaar de aantekeningen.
|
2) | is bereid; |
|
Te weten, om U met lofzangen te danken en te loven, gelijk Ps. 57:8.
|
3) | ook mijn eer. |
|
Dat is, mijne tong. Anders: ook [met] mijner eer. Zie Gen. 49:6.
|
4) | ik zal in den |
|
Te weten, om den Heere mijnen God den gehelen dag lof te zingen en te spelen.
|
5) | onder de volken, |
|
Dat is, onder of bij de stammen ven het volk Israël. Aldus wordt het woord volk ook genomen Richt. 5:14; Ps. 47:2, en Ps. 66:8, en Zach. 11:10,11.
|
6) | Uw waarheid tot |
|
Dat is, de zekerheid uwer beloften.
|
7) | Uw beminden |
|
Dat is, de godzalige Israëlieten, gelijk Ps. 60:7,8, enz.
|
8) | bevrijd worden; |
|
Te weten, ven de vervolging en tirannie der vijanden van Gods volk.
|
9) | ons. |
|
Te weten, mij en mijn volk,. Anders, verhoor mij.
|
10) | God heeft gesproken |
|
Dat is, God heeft heiliglijk beloofd of gezworen, gelijk Ps. 89:36; te weten, dat Hij mij het koninkrijk over zijn volk Israël geven zal; 2 Sam. 7:11.
|
11) | Zijn heiligdom, |
|
Anders: bij zijne heiligheid; dat is, bij zichzelven, die de heiligheid zelve is. Zie de aantekening Ps. 60:8, en Ps. 89:36.
|
12) | [dies] zal ik van vreugde |
|
Dit zijn de woorden van den psalmist, niet van God.
|
13) | de sterkte mijns hoofds; |
|
Dat is, de voorname kracht van mijn rijk.
|
14) | mijn wetgever. |
|
Zie de aantekening bij Gen. 49:10.
|
15) | Moab is mijn waspot; |
|
Hij wil zeggen: Ik zal de Moabieten en andere heidense natiën zo vernederen, dat zij mij zullen moeten dienen ook in de allergeringste en verachtelijkste zaken.
|
16) | niet uittoogt, |
|
Te weten, om ons, gelijk Gij pleegt, bijstand te doen tegen onze vijanden.
|
17) | heil is ijdelheid. |
|
Of, verlossing, behoudenis.
|
18) | In God |
|
Anders, door God, of met God.
|
19) | zullen wij kloeke |
|
Dat is, wij zullen ons kloekelijk gedragen door de genadige hulp en bijstand van den Heere onzen God.
|
20) | vertreden. |
|
Versta hierbij, en alzo zullen wij de overhand behouden.
|