|
1
2
3
4
5
6
|
1) | Gij kinderen, zijt uw ouderen gehoorzaam in den Heere;1) want dat is recht. |
2) | Eert uw vader en moeder (hetwelk het eerste gebod is met een belofte),2) |
3) | Opdat het u welga, en dat gij lang leeft op de aarde.3) |
4) | En gij vaders, verwekt uw kinderen niet tot toorn,4) maar voedt hen op in de lering5) en vermaning6) des Heeren. |
5) | Gij dienstknechten, zijt gehoorzaam uw heren naar het vlees,7) met vreze8) en beven,9) in eenvoudigheid uws harten, gelijk als10) aan Christus; |
6) | Niet naar ogendienst,11) als mensenbehagers, maar als dienstknechten van Christus, doende den wil12) van God van harte; |
7) | Dienende met goedwilligheid den Heere,13) en niet de mensen;14) |
8) | Wetende, dat zo wat goed een iegelijk gedaan zal hebben, hij datzelve van den Heere15) zal ontvangen,16) hetzij dienstknecht, hetzij vrije. |
9) | En gij heren, doet hetzelfde17) bij hen, nalatende de dreiging; als die weet, dat ook uw eigen Heere in de hemelen is, en dat geen aanneming18) des persoons bij Hem is. |
10) | Voorts, mijn broeders, wordt krachtig19) in den Heere, en in de sterkte Zijner macht. |
11) | Doet aan de gehele wapenrusting Gods, opdat gij kunt staan tegen de listige20) omleidingen des duivels. |
12) | Want wij hebben den strijd niet tegen21) vlees en bloed,22) maar tegen de overheden,23) tegen de machten, tegen de geweldhebbers der wereld, der duisternis24) dezer eeuw, tegen de geestelijke boosheden25) in de lucht.26) |
13) | Daarom neemt aan de gehele27) wapenrusting Gods, opdat gij kunt wederstaan in den bozen dag,28) en alles verricht hebbende,29) staande blijven. |
14) | Staat dan,30) uw lenden omgord hebbende31) met de waarheid,32) en aangedaan hebbende het borstwapen der gerechtigheid;33) |
15) | En de voeten geschoeid34) hebbende met bereidheid35) van het Evangelie des vredes;36) |
16) | Bovenal aangenomen hebbende het schild37) des geloofs, met hetwelk gij al de vurige38) pijlen des bozen zult kunnen uitblussen.39) |
17) | En neemt den helm der zaligheid,40) en het zwaard des Geestes,41) hetwelk is Gods Woord. |
18) | Met alle bidding42) en smeking, biddende te allen tijd in den Geest,43) en tot hetzelve wakende met alle gedurigheid en smeking voor al de heiligen;44) |
19) | En voor mij, opdat mij het Woord45) gegeven worde in de opening mijns monds met vrijmoedigheid, om de verborgenheid van het Evangelie bekend te maken; |
20) | Waarover ik een gezant ben46) in een keten,47) opdat ik in hetzelve vrijmoediglijk moge spreken, gelijk mij betaamt te spreken. |
21) | En opdat ook gij moogt weten hetgeen mij48) aangaat; en wat ik doe, dat alles zal u Tychikus,49) de geliefde broeder en getrouwe dienaar in den Heere, bekend maken; |
22) | Denwelken ik tot datzelfde einde tot u gezonden heb, opdat gij onze zaken zoudt weten, en hij uw harten50) zou vertroosten. |
23) | Vrede zij den51) broederen, en liefde met geloof,52) van God den Vader, en den Heere Jezus Christus. |
24) | De genade zij met al degenen, die onzen Heere Jezus Christus liefhebben in onverderfelijkheid.53) Amen. |