|
1
2
3
4
5
6
|
1) | Paulus, een apostel1) van Jezus Christus, door den wil van God, aan de heiligen, die te Efeze zijn, en gelovigen in Christus Jezus:2) |
2) | Genade zij u en vrede van God, onzen Vader, en den Heere Jezus Christus. |
3) | Gezegend zij3) de God en Vader van4) onzen Heere Jezus Christus, Die ons gezegend heeft met alle geestelijke5) zegening in den hemel6) in Christus.7) |
4) | Gelijk Hij ons uitverkoren heeft8) in Hem,9) voor de grondlegging10) der wereld, opdat wij zouden heilig en11) onberispelijk12) zijn voor Hem in de liefde;13) |
5) | Die ons te voren14) verordineerd heeft tot aanneming tot kinderen, door Jezus Christus, in Zichzelven,15) naar het welbehagen16) van Zijn wil. |
6) | Tot prijs der17) heerlijkheid Zijner genade, door welke Hij ons begenadigd heeft18) in den Geliefde;19) |
7) | In Welken wij20) hebben de verlossing21) door Zijn bloed,22) namelijk de vergeving23) der misdaden, naar den rijkdom Zijner24) genade, |
8) | Met welke Hij overvloedig is25) geweest over ons in alle wijsheid26) en voorzichtigheid;27) |
9) | Ons bekend gemaakt hebbende de verborgenheid28) van Zijn wil, naar Zijn welbehagen, hetwelk Hij voorgenomen had29) in Zichzelven. |
10) | Om in de bedeling30) van de volheid31) der tijden, wederom alles tot een te vergaderen32) in Christus, beide dat in33) den hemel is, en dat op de aarde is; |
11) | In Hem,34) in Welken wij ook een35) erfdeel geworden36) zijn, wij, die te voren37) verordineerd waren naar het voornemen38) Desgenen, Die alle dingen werkt39) naar den raad van Zijn wil; |
12) | Opdat wij zouden zijn tot prijs Zijner heerlijkheid, wij, die eerst40) in Christus gehoopt hebben.41) |
13) | In Welken42) ook gij zijt,43) nadat gij het woord der44) waarheid, namelijk het Evangelie uwer zaligheid gehoord hebt; in Welken gij ook, nadat gij geloofd45) hebt, zijt verzegeld geworden46) met den Heiligen Geest der belofte;47) |
14) | Die het onderpand48) is van onze erfenis, tot de verkregene49) verlossing, tot prijs Zijner heerlijkheid. |
15) | Daarom ook ik, gehoord50) hebbende het geloof in den Heere Jezus, dat onder u is, en de liefde tot al de heiligen, |
16) | Houde niet op voor u te danken, gedenkende uwer in mijn gebeden; |
17) | Opdat de God van onzen Heere Jezus Christus, de Vader der heerlijkheid, u geve den51) Geest der wijsheid en der openbaring in Zijn kennis;52) |
18) | Namelijk verlichte ogen53) uws verstands, opdat gij moogt weten, welke zij de hoop van54) Zijn roeping, en welke de rijkdom zij55) der heerlijkheid van Zijn erfenis in de heiligen;56) |
19) | En welke de uitnemende grootheid Zijner kracht57) zij aan ons, die geloven, naar de werking der sterkte Zijner macht, |
20) | Die Hij gewrocht58) heeft in Christus, als Hij Hem uit de doden heeft opgewekt; en heeft Hem gezet tot Zijn59) rechter hand in den hemel; |
21) | Verre boven60) alle overheid, en macht, en kracht, en heerschappij, en allen naam,61) die genaamd wordt, niet alleen in deze wereld, maar ook in de toekomende;62) |
22) | En heeft alle dingen63) Zijn voeten64) onderworpen, en heeft Hem der Gemeente gegeven tot een Hoofd65) boven alle dingen; |
23) | Welke Zijn lichaam is, en de vervulling66) Desgenen, Die alles in allen vervult. |