1)psalm,
  Zie Ps. 4:1, en Ps. 48:1.
2)doe zijn
  Zie Num. 6:25,26.
3)aan ons
  Of, bij, tot ons.
4)Sela.
  Zie Ps. 3:3.
5)uwen
  De profeet spreekt nu God aan in den tweeden persoon, van wien hij tevoren in den derden persoon gesproken had.
6)weg
  Dat is, [gelijk door het volgende woord, heil, verklaard wordt] hoe wonderbaarlijk en genadiglijk Gij uw volk behoudt, zo lichamelijk als geestelijk, en bijzonderlijk uw heil openbaart in het Evangelie, dat ook des Heeren en Gods weg genoemd wordt; Hand. 18:25,26, enz.