1) | de vrijsteden, |
|
Hebreeuws, steden des vertreks, of der inkorting. Het Hebreeuwse woord betekent samentrekking, of inkorten. Deze steden worden alzo genoemd, omdat diegenen, die vanwege den doodslag vluchtende waren, zich in dezelve moesten vertrekken en zich daar binnen houden.
|
2) | door den dienst van Mozes. |
|
Hebreeuws, door de hand van Mozes.
|
3) | ziel door dwaling, |
|
Dat is, een mens; ja het lichaam eens mensen, want de ziel des mensen kan niet gedood worden; voor ziel staat Joz. 20:5 zijn naaste.
|
4) | niet met wetenschap, |
|
Die met moedwil of opzettelijk iemand gedood hadden, waren nergens vrij, ook niet in den tempel, noch bij het altaar, Exod. 21:14.
|
5) | voor den bloedwreker. |
|
Dat is, voor dien, die van den bloede des doodgeslagenen zijnde, recht en reden heeft om wraak er over te doen, of te eisen.
|
6) | aan de deur |
|
Dat is, aan het raadhuis of rechthuis, hetwelk eertijds in de stadspoorten placht te zijn.
|
7) | zijn woorden spreken |
|
Dat is, hij zal zich aangeven waarom hij daar gekomen is, hoe en wat hij gedaan heeft.
|
8) | oudsten |
|
Dat is, van den magistraat.
|
9) | dan zullen |
|
Te weten, nadat men zal bevonden hebben dat hij geen opzettelijke doodslager is.
|
10) | nemen, |
|
Hebreeuws, verzamelen.
|
11) | gisteren |
|
Dat is, tevoren.
|
12) | totdat hij sta |
|
Anders, van dat hij gestaan zal hebben, enz. menende dat hij niet in de stad genomen mocht worden, zonder eerst te staan voor het gericht.
|
13) | totdat de hogepriester |
|
De zin dezer woorden is, dat de gevluchte, nadat hij was verhoord en vrijgesproken, evenwel in de vrijstad moest blijven tot den dood des hogepriesters, die in dien tijd leefde, als hij den doodslag begaan heeft.
|
14) | dan zal de doodslager |
|
Te weten, nadat hij voor het gericht gestaan heeft en vrijgekend is.
|
15) | heiligden |
|
Dat is, zij ordineerden tot vrijsteden.
|
16) | Kedes in Galilea, |
|
Deze drie steden lagen aan deze zijde der Jordaan, gelijk af te nemen is uit Joz. 20:8.
|
16) | Sichem |
|
Deze drie steden lagen aan deze zijde der Jordaan, gelijk af te nemen is uit Joz. 20:8.
|
16) | Kirjath-arba, |
|
Deze drie steden lagen aan deze zijde der Jordaan, gelijk af te nemen is uit Joz. 20:8.
|
17) | op het gebergte van Juda. |
|
Dat is, in het bergland van Juda, gelijk Luk. 1:39,65.
|
18) | Bezer |
|
Dat deze stad in de woestijn lag, blijkt uit 1 Macc. 5. Dat zij in de laagte lag, [te weten, in de lage velden der Moabieten] blijkt uit Jer. 48:24.
|
19) | steden, |
|
Hebreeuws, de steden der bestemming, of bescheiding; dat is, die verordineerd zijn tot vluchtsteden. Anders, der bijeenkomst.
|
20) | totdat hij |
|
Dat is, totdat zijn zaak in het gericht zal verhoord zijn. En versta hierbij, en hij van het gericht vrijgekend zal wezen.
|