|
1
2
3
4
|
1) | Indien gij dan met Christus1) opgewekt zijt, zo zoekt de dingen, die boven zijn,2) waar Christus is, zittende aan de rechter hand Gods. |
2) | Bedenkt de dingen,3) die boven zijn, niet die op de aarde zijn.4) |
3) | Want gij zijt gestorven,5) en uw leven is met Christus6) verborgen in God.7) |
4) | Wanneer nu Christus zal geopenbaard zijn,8) Die ons leven is,9) dan zult ook gij met Hem geopenbaard worden in heerlijkheid. |
5) | Doodt dan10) uw leden,11) die op de aarde zijn,12) namelijk hoererij, onreinigheid,13) schandelijke14) beweging, kwade begeerlijkheid, en de gierigheid, welke is afgodendienst.15) |
6) | Om welke de toorn Gods16) komt over de kinderen17) der ongehoorzaamheid; |
7) | In dewelke ook gij eertijds hebt gewandeld,18) toen gij in dezelve leefdet. |
8) | Maar nu legt ook gij dit alles af, namelijk gramschap, toornigheid,19) kwaadheid, lastering,20) vuil spreken uit uwen mond. |
9) | Liegt niet tegen elkander, dewijl gij uitgedaan hebt den ouden mens21) met zijn werken, |
10) | En aangedaan hebt den nieuwen mens, die vernieuwd22) wordt tot kennis,23) naar het evenbeeld Desgenen, Die hem geschapen heeft;24) |
11) | Waarin25) niet is Griek26) en Jood, besnijdenis en voorhuid, barbaar en Scyth,27) dienstknecht en vrije; maar Christus is28) alles en in allen. |
12) | Zo doet dan aan, als uitverkorenen Gods, heiligen en beminden,29) de innerlijke30) bewegingen der barmhartigheid, goedertierenheid, ootmoedigheid, zachtmoedigheid, lankmoedigheid; |
13) | Verdragende elkander, en vergevende de een den anderen, zo iemand tegen iemand enige klacht heeft;31) gelijkerwijs als Christus u vergeven heeft, doet ook gij alzo. |
14) | En boven dit alles doet aan de liefde, dewelke is de band der volmaaktheid.32) |
15) | En de vrede Gods33) heerse in uw harten,34) tot welken gij ook geroepen zijt in een lichaam;35) en weest dankbaar.36) |
16) | Het woord van Christus37) wone rijkelijk in u,38) in alle wijsheid;39) leert en vermaant elkander, met psalmen40) en lofzangen, en geestelijke liederen, zingende den Heere met aangenaamheid41) in uw hart.42) |
17) | En al wat gij doet met woorden of met werken, doet het alles in den Naam van den Heere Jezus, dankende God en den Vader door Hem.43) |
18) | Gij vrouwen, zijt uw eigen mannen onderdanig, gelijk het betaamt in den Heere.44) |
19) | Gij mannen, hebt uw vrouwen lief, en wordt niet verbitterd tegen haar. |
20) | Gij kinderen, zijt uw ouderen gehoorzaam in alles,45) want dat is den Heere welbehagelijk. |
21) | Gij vaders, tergt uw kinderen niet,46) opdat zij niet moedeloos worden. |
22) | Gij dienstknechten, zijt in alles gehoorzaam47) uw heren naar het vlees, niet met ogendiensten48) als mensenbehagers, maar met eenvoudigheid des harten, vrezende God.49) |
23) | En al wat gij doet, doet dat van harte als den Heere en niet den mensen;50) |
24) | Wetende, dat gij van den Heere zult ontvangen de vergelding51) der erfenis; want gij dient den Heere Christus. |
25) | Maar die onrecht doet,52) die zal het onrecht dragen,53) dat hij gedaan heeft; en er is geen aanneming des persoons.54) |